Werkgevers en werknemers opgelet - belastingplannen 2022 en andere nieuwe wetgeving

Voor werknemers en werkgevers staan er meerdere wijzigingen voor de deur vanaf komend jaar. Het kabinet heeft zoals gebruikelijk op Prinsjesdag meerdere nieuwe plannen met een bijbehorende begroting voorgesteld. Voor werkgevers en werknemers zijn de volgende plannen en nieuwe/aangepaste wetgeving gepresenteerd.

Verhoging vrije ruimte 

De vrije ruimte voor de eerste € 400.000 van de fiscale loonsom per werkgever is - net als in 2020 - ook in 2021 verhoogd van 1,7% naar 3%. De vrije ruimte is dus tot maximaal met € 5.200 verhoogd. Deze tijdelijke coronamaatregel moet u als werkgever mogelijkheden bieden om uw  erknemers extra tegemoet te komen, bijvoorbeeld door het verstrekken van een bloemetje of een cadeaubon. 

Gerichte vrijstelling voor thuiswerken  

Thuiswerken wordt waarschijnlijk een blijvertje ook na de coronacrisis. Veel werkgevers en werknemers hebben ingezien dat thuiswerken ook voordelen heeft. Ook de overheid is gebaat bij minder woon-werkverkeer: minder fileleed en minder CO2-uitstoot. Om thuiswerken verder te stimuleren mag u vanaf 2022 een onbelaste vergoeding van € 2 per dag voor thuiswerkkosten aan uw werknemer betalen. Dit zijn bijvoorbeeld extra kosten voor gas- en elektriciteitsverbruik, koffie en/of thee, wc-papier en afschrijvings-kosten van een eigen bureau en stoel.
U kunt ook gebruikmaken van de volgende al bestaande faciliteiten:
• de vrije ruimte in de werkkosten-regeling;
• de gerichte vrijstellingen voor mobiele telefoons, ICT-middelen en - onder voorwaarden - arbovoorzieningen.

Aanpassing vaste reiskostenvergoeding 

Als uw werknemers ten minste 128 dagen per kalenderjaar naar een vaste werkplek reizen (woon-werkverkeer), mag u een vaste onbelaste reiskostenvergoeding betalen, alsof die werknemers op 214 dagen naar die vaste werkplek reizen. 3
In samenhang met de nieuwe gerichte vrijstelling voor thuiswerkkosten stelt het kabinet nu voor om de 128-dagenregeling pro rata toe te passen als structureel (deels) wordt thuisgewerkt.
U moet de vaste reiskostenvergoeding toepassen op basis van het aantal dagen waarop uw werknemers in de regel naar de vaste werkplek reizen.
Reist een werknemer bijvoorbeeld
op 3 dagen in de week naar de vaste werkplek, dan moet de werknemer
op 76 dagen (3/5 van 128 dagen) van het kalenderjaar naar die werkplek reizen om te voldoen aan de voorwaarde van de
128-dagenregeling. U mag de vergoeding dan berekenen alsof de werknemer 129 dagen (3/5 van 214 dagen) van het kalenderjaar naar de vaste werkplek reist. Op de dagen dat de werknemer thuiswerkt, kunt u de onbelaste thuiswerkvergoeding betalen.
U kunt de onbelaste thuiswerkvergoeding en de vaste onbelaste reiskosten-vergoeding niet tegelijkertijd op één werkdag betalen. Het kan dus voorkomen dat het totale bedrag van de reiskosten-vergoeding en de thuiswerkvergoeding in 2022 lager is dan de reiskostenvergoeding die de werknemer in 2021 ontving.

Opnieuw verhoging bijtelling emissieloze auto 

Het bijtellingspercentage voor een nieuwe elektrische auto van de zaak wordt in 2022 verder verhoogd van 12% naar 16%. De catalogusprijs waarop u dit percentage mag toepassen, wordt bovendien verlaagd van maximaal € 40.000 naar € 35.000. Vanaf 2023 gaat dit maximum nog verder omlaag naar € 30.000. Is de catalogusprijs hoger, dan geldt voor het meerdere een bijtellingspercentage van 22%. 

Auto’s op waterstof of zonnecelauto’s 

Rijdt uw auto van de zaak op waterstof of zonne-energie, dan geldt deze splitsing in het bijtellingspercentage niet voor u. Een zonnecelauto is een elektrische auto met geïntegreerde zonnepanelen. U mag bij deze auto’s over de hele aanschafprijs het lage bijtellingspercentage van  16% (in 2022) toepassen. Het kabinet stelt voor om de invoering van een maximum-bedrag in de bijtelling voor deze auto’s uit te stellen tot na 2024. Deze regeling geldt niet alleen voor werkgevers en werknemers, maar ook voor ondernemers en DGA’s die rijden in een auto van de zaak. 

Lage en hoge WW-premie 

In de Wet arbeidsmarkt in balans (Wab) is de WW-premiedifferentiatie naar de aard van het contract opgenomen. Contracten die aan de voorwaarden van de lage premie voldoen, zouden toch als flexibele arbeid kunnen worden ingezet, bijvoorbeeld door structureel overwerk. Om dit te voorkomen zijn bepaalde herzieningssituaties in de wet opgenomen waardoor u alsnog met terugwerkende kracht de hoge premie moet betalen. Eén van deze situaties is dat een werknemer binnen een kalenderjaar 30% of meer uren werkt dan in het contract is overeengekomen, zoals bij overwerk het geval kan zijn. Deze uitzondering is vanwege de coronacrisis opgeschort, maar treedt in 2022 weer in werking.

Aandelenoptierechten aantrekkelijker 

Het verstrekken van aandelenoptie-rechten aan uw werknemers is een vorm van loon. U moet op dat loon loonheffing inhouden en afdragen, zodra uw werknemers de optierechten inruilen voor aandelen van uw onderneming. Het komt voor dat de werknemer niet over voldoende middelen beschikt om die loonheffing op dat moment te betalen. Daarom wordt voorgesteld om de mogelijkheid te bieden om het heffingsmoment te verschuiven naar het moment waarop de uit de optierechten verkregen aandelen in uw bedrijf verhandelbaar zijn. U neemt dan op dat latere moment de waarde in het economisch verkeer van de aandelen in aanmerking als loon. De maatregel is bedoeld om u meer mogelijkheden te bieden om personeel aan te trekken en te behouden.

Bijlagen

Terug naar overzicht