Prinsjesdagspecial Belastingplan 2015

In deze Prinsjesdagspecial staan de belangrijkste voorstellen uit het Belastingplan 2015 en aanvullende wetsvoorstellen voor u op rij. De special is verdeeld in de volgende onderwerpen:

maatregelen voor ondernemingen
maatregelen voor de werkgever
maatregelen voor de auto
maatregelen voor financiële planning;overige maatregelen.

De voorgestelde maatregelen zullen per 1 januari 2015 in werking treden, tenzij anders vermeld.

MAATREGELEN VOOR ONDERNEMINGEN

Nieuwe tarieven inkomstenbelasting

Voor belastingplichtigen die zijn geboren op 1 januari 1946 of later gelden hoogstwaarschijnlijk de volgende tarieven in box 1 van de inkomstenbelasting:

Tarief inkomstenbelasting / premies volksverzekeringen 2015

Tarief inkomstenbelasting / premies volksverzekeringen 2015

 

Bel.ink.meer dan (€)

maar niet meer dan (€)

Tarief 2015 (%)

1e schijf

-

19.822

36,5

2e schijf

19.822

33.589

42,0

3e schijf

33.589

57.585

42,0

4e schijf

57.585

-

52,0

Lager budget voor RDA

In het Belastingplan 2015 heeft het kabinet bekend gemaakt het budget voor de aanvullende aftrek speur- en ontwikkelingswerk, ook bekend onder de naam Research & Development aftrek (RDA), in 2015 te verlagen.

Bedroeg het budget voor 2014 nog €302 miljoen, voor 2015 heeft het kabinet het budget gesteld op €238 miljoen. Maar het kabinet verwacht het percentage van de RDA te kunnen handhaven op 60%. Het kabinet zal overigens onderzoeken of het beter is om de RDA met ingang van 2016 met de S&O-afdrachtvermindering samen te voegen tot één geïntegreerde regeling in de sfeer van de loonheffing.

Let op!
Voor de toepassing van de RDA is een beschikking van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) nodig. Om precies te weten hoe hoog uw RDA zal zijn, zult u contact moeten opnemen met RVO.nl.

Buitenlandse boete niet aftrekbaar

Ondernemers mochten al geen boetes aftrekken die waren opgelegd door een Nederlandse rechter of overheidsinstelling of door een instelling van de EU. Deze regel wordt uitgebreid naar buitenlandse boetes. Deze zijn dus niet langer aftrekbaar. Het is evenmin toegestaan om aan werknemers opgelegde buitenlandse boetes aan te merken als eindheffingsloon en zo deze boetes te vergoeden zonder dat de werknemer hierover belasting hoeft te betalen.

Meest vergelijkbare baan al voldoende

Voor de Belastingdienst wordt het eenvoudiger om het gebruikelijk loon vast te stellen. Nu moet de inspecteur nog een gewone werknemer vinden in soortgelijke omstandigheden als de dga. Vanaf 2015 mag de Belastingdienst uitgaan van de dienstbetrekking die – afgezien van het ontbreken van een aanmerkelijk belang – het best is te vergelijken met de functie van de dga.

Minder marge in gebruikelijk loon

Als de inspecteur aannemelijk kan maken dat het zakelijk loon voor de werkzaamheden van een directeur-grootaandeelhouder (dga) meer bedraagt dan het minimumbedrag van €44.000 (bedrag 2014 en 2015), mag hij een hoger gebruikelijk loon in aanmerking nemen. Hij mag dit loon nu vaststellen op het loon van de meest verdienende werknemer in de bv of, als dit meer is, 70%van het loon van een gewone werknemer in soortgelijke omstandigheden. In 2015 kan de inspecteur het gebruikelijk loon stellen op 75% van het loon dat hoort bij de meest vergelijkbare dienstbetrekking.

Let op!
Voor het jaar 2015 is voorzien in overgangsrecht. Dit is nodig omdat de Belastingdienst veel afspraken heeft met inhoudingsplichtigen over de hoogte van het toe te passen loon voor dga’s en het maken van nieuwe afspraken duurt ongeveer een jaar.

Minder concurrentie van overheid

Op Prinsjesdag is ook het voorstel Wet modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen bekend gemaakt. Deze wet moet oneerlijke concurrentie tussen private ondernemingen en overheidsondernemingen verminderen. Nu is het zo dat overheidsbedrijven in beginsel zijn vrijgesteld van vennootschapsbelasting. Onder het wetsvoorstel is juist de hoofdregel dat overheidsbedrijven zijn belast voor zover zij een materiële onderneming drijven. Ook is het de bedoeling dat de rechtsvorm van de overheidsonderneming geen invloed heeft op de eventuele belastingplicht. Deze wet wordt effectief per 1 januari 2016.

Tot 1 juli 2015 6% btw op renovatie

Bepaalde renovatie- en herstelwerkzaamheden vallen momenteel onder het verlaagde btw-tarief van 6%. Het gaat daarbij om werkzaamheden aan woningen die meer dan twee jaar geleden voor het eerst in gebruik zijn genomen. De toepassing van het verlaagde tarief op de renovatiewerkzaamheden zou aanvankelijk eindigen per 1 januari 2015. Maar deze regeling wordt verlengd tot 1 juli 2015.

Let op!
De regeling geldt alleen voor arbeid. Ondernemers moeten over de in rekening gebrachte materialen het normale btw-tarief van 21% toepassen.

Ziekenhuizen mogen winst beogen

De btw-vrijstelling voor ziekenhuizen en andere verpleeg- en verzorgingsinstellingen blijft ook gehandhaafd als deze instellingen naar winst streven. Deze btw-vrijstelling ziet niet alleen op het verzorgen van de opgenomen personen, maar ook op handelingen die daarmee nauw samenhangen. Daarbij valt te denken aan het verstrekken van voedsel, geneesmiddelen en verbandmiddelen aan patiënten.

Btw-teruggaaf aan een ander

Vanaf 1 januari 2015 wordt in de wet geregeld dat uitbetalingen van btw kunnen plaatsvinden op een bankrekening die op naam staat van een ander dan de ondernemer die recht heeft op de teruggaaf. Op basis van een recente goedkeuring van de staatssecretaris is dat overigens – onder voorwaarden – nu ook al mogelijk.

MAATREGELEN VOOR DE WERKGEVER

Arbeidskorting aangepast

Met ingang van 2015 wordt de arbeidskorting verder verhoogd. De maximum arbeidskorting voor het jaar 2015 bedraagt € 2.220, wat een verhoging van   € 123 betekent ten opzichte van 2014. Voor de hogere inkomens wordt de arbeidskorting afgebouwd tot nihil. De arbeidskorting wordt afgebouwd bij een inkomen tussen € 49.900 en € 100.800.

Budget S&O-afdrachtvermindering gelijk

In het Belastingplan van 2014 werd de eerste schijf van de S&O-afdrachtvermindering verlengd van € 200.000 naar € 250.000. Voor het jaar 2015 blijft deze loongrens en ook het tarief voor de eerste en tweede schijf gelijk.

S&O-afdrachtvermindering 2013-2015

Jaar

2013

2014

2015

Loon-grens

€ 200.000

€ 250.000

€ 250.000

Plafond

€ 14 mln

€ 14 mln

€ 14 mln

1e schijf

38%

35%

35%

1e schijf starter

50%

50%

50%

2e schijf

14%

14%

14%

Levensloop

Per 1 januari 2012 is de levensloopregeling voor nieuwe gevallen afgeschaft. In het jaar 2013 gold dat mensen die hun volledige tegoed opnamen, maar over 80% belasting hoefden te betalen. Deelnemers die onder het overgangsrecht vallen en daar in 2013 geen gebruik van hebben gemaakt, krijgen hier in 2015 opnieuw de gelegenheid toe. De 80%-regeling geldt dan ten hoogste voor het bedrag van de levensloopaanspraken op 31 december 2013.

Let op!
Deze regeling zal maar voor één jaar gelden, en dus met ingang van 1 januari 2016 vervallen.

WKR verplicht per 2015

Het keuzeregime voor vergoedingen en verstrekkingen in de loonbelastingsfeer komt ten einde. Met ingang van 2015 is elke werkgever verplicht de werkkostenregeling (WKR) toe te passen. De vrije ruimte wordt verlaagd van 1,5% (in 2014) naar 1,2%. Dit is ter compensatie van de verschillende aanpassingen per 2015, zoals de invoering van het noodzakelijkheidscriterium en de vrijstelling voor korting op branche-eigen producten.

Invoering noodzakelijkheidscriterium

Vanaf 2015 is een aantal zaken onder de WKR vrijgesteld als wordt voldaan aan het noodzakelijkheidscriterium. Deze open norm gaat er vanuit dat wat een werkgever in het kader van zijn bedrijfsvoering aan voorzieningen noodzakelijk (‘zonder meer nodig’) vindt, aan de werknemer kan worden verstrekt zonder dat een voordeel als loon aangemerkt moet worden.

Dit noodzakelijkheidscriterium geldt voorlopig voor gereedschappen en voor computers, mobiele communicatiemiddelen en dergelijke apparatuur. Hiermee zijn problemen opgelost die spelen bij het onderscheid in de zakelijk gebruikseis tussen de portable computer, de tablet met een diameter groter dan 7 inch en de kleinere tablet, de smartphone en de mobiele telefoon.

Let op!
Waar in eerste instantie het oordeel van de werkgever bepalend is voor de vraag of iets noodzakelijk is, geldt dat niet in de situatie waarin de werknemer ook bestuurder of commissaris is in het lichaam waarvoor hij werkt. Een werkgever moet dit dan desgevraagd aannemelijk maken.

Vereenvoudiging afrekensystematiek

In het kader van de WKR hoeft de werkgever niet meer per tijdvak te toetsen of de vrije ruimte wordt overschreden. Als het kalenderjaar is afgelopen kan de werkgever in één keer toetsen of de vrije ruimte wordt overschreden. De eventueel verschuldigde belasting in het kader van de WKR moet tegelijk met de aangifte over het eerste tijdvak van het volgende kalenderjaar worden aangegeven en afgedragen. Het blijft wel mogelijk om de belasting al eerder in gedeelten af te dragen.

Concernregeling

Voor de WKR wordt een concernregeling geïntroduceerd waarmee de verschuldigde belasting bij overschrijding van de vrije ruimte op concernniveau vastgesteld kan worden. Voor toepassing is vereist dat bij de moedermaatschappij sprake is van vrijwel volledige eigendom (95%-eis) van de (klein)dochtermaatschappij-(en). Een concern kan op het uiterste afrekenmoment kiezen om de concernregeling al dan niet toe te passen. Dit is bij de aangifte over het eerste tijdvak van het volgende kalenderjaar.

Let op!
Bij de concernregeling mag geen rekening worden gehouden met in het kalenderjaar toe- of uittredende concernonderdelen. Deze moeten bij overschrijding van de vrije ruimte zelfstandig de verschuldigde belasting aangeven en afdragen.

Vrijstelling branche-eigen producten

De regeling voor personeelskorting onder het ‘oude’ regime van vrije vergoedingen en verstrekkingen wordt per 1 januari 2015 nagenoeg geheel als gerichte vrijstelling in de WKR gecontinueerd. Voorwaarde voor toepassing van de vrijstelling voor personeelskorting is dat het voordeel niet meer mag bedragen dan 20% van de waarde in het economische verkeer van deze producten en niet meer dan € 500 per werknemer per jaar.

Let op!
In afwijking van de oude regeling is het niet meer mogelijk om het niet-gebruikte deel van de personeelskorting door te schuiven naar volgende kalenderjaren.

Werkplekvoorzieningen

Per 2015 geldt in de WKR een nieuwe gerichte vrijstelling voor een aantal werkplekgerelateerde voorzieningen. Er wordt dan geen onderscheid meer gemaakt tussen voorzieningen die zijn vergoed, verstrekt of ter beschikking gesteld. Voor welke voorzieningen dit geldt is op prinsjesdag nog niet bekend gemaakt.

Wet invoering BGL

In de toezeggingenbrief Prinsjesdag geeft de staatssecretaris van Financiën aan op korte termijn het wetsvoorstel Wet invoering Beschikking geen loonheffingen (BGL) aan de Tweede Kamer te sturen.

MAATREGELEN VOOR DE AUTO

Geen taxatierapport meer bij import auto

Bij het importeren van een gebruikte auto, mag straks geen taxatierapport meer worden gebruikt voor de waardebepaling. Dit is alleen nog maar toegestaan voor voertuigen die behoorlijk beschadigd zijn (meer dan normale gebruiksschade) en voor zeldzame voertuigen die niet voorkomen op koerslijsten. Bij het importeren van een auto wordt het te betalen bedrag aan BPM (aanschafbelasting) voortaan vastgesteld door gebruik te maken van de forfaitaire tabel of een koerslijst.

Let op!
Deze nieuwe regeling geldt ook bij de import van gebruikte motoren of bestelauto’s.

Hummer wordt duurder vanaf 2016

Een andere wijziging in de BPM zorgt ervoor dat ‘PC-Hoofttractoren’ als de Hummer voortaan vallen in de categorie ‘zware personenauto’s’ en niet in de (relatief goedkope) categorie ‘vrachtauto’. Dit betekent dat de aanschaf- en wegenbelasting vanaf 1 januari 2016 flink omhoog gaan.

Let op!
Er is straks pas sprake van een ‘vrachtauto’ als het deel dat is bedoeld voor de ‘vracht’ groter of gelijk is aan het deel dat bestemd is voor het vervoer van personen. Niet ieder voertuig met ‘dubbele cabine’ zal dus meer een vrachtauto zijn.

Meer wijzigingen in aantocht

Er worden meer aanpassingen in de regelingen voor auto’s verwacht. De ‘Autobrief’ waarin de wijzigingen uiteen gezet worden is niet met Prinsjesdag gepubliceerd, maar zal in het najaar aan de Tweede Kamer worden gestuurd. De maatregelen moeten dan per 1 januari 2016 ingaan.

MAATREGELEN VOOR FINANCIËLE PLANNING

Rente op restschuld 15 jaar aftrekbaar

Door de prijsdalingen op de huizenmarkt staan momenteel veel huizen ‘onder water’. Bij verkoop houden huizenbezitters momenteel een restschuld omdat de verkoopprijs van hun woning lager is dan het bedrag waarover de hypotheekrente mag worden afgetrokken (dus de eigenwoningschuld). Het kabinet heeft daarom besloten om de maximale periode voor aftrek van rente en kosten op restschulden met ingang van 1 januari 2015 te verlengen van 10 jaar naar 15 jaar. Deze maatregel leidt volgens het kabinet tot een vermindering van de maandelijkse lasten voor het ‘oude’ huis en maakt aankoop van een ander huis beter mogelijk.

Dubbele renteaftrek blijft mogelijk

Wie een nieuwe eigen woning heeft gekocht maar tegelijkertijd nog een oude woning heeft, kan onder voorwaarden zowel de hypotheekrente over de nieuwe woning als de oude woning aftrekken. Het moet dan gaan om een leegstaande voormalige eigen woning die te koop staat of en leegstaande toekomstige eigen woning. Er geldt een tijdelijk regeling die ervoor zorgt dat maximaal drie jaar (in plaats van twee) dubbele renteaftrek mogelijk is. Deze regeling zou op 1 januari 2015 eindigen, maar is nu structureel gemaakt.

Let op!
Na de beëindiging van de verhuur van de voormalig eigen woning is de hypotheekrente weer aftrekbaar tot maximaal 3 jaar nadat u de woning hebt verlaten. Ook deze tijdelijke maatregel wordt per 1 januari 2015 structureel gemaakt.

Ouderentoeslag box 3 alleen nog in 2015!

Oudere belastingplichtigen kunnen alleen in 2015 nog profiteren van de ouderentoeslag in box 3 van de inkomstenbelasting. De ouderentoeslag is een verhoging van maximaal € 27.984 van het heffingsvrije vermogen. Per      1 januari 2016 wordt deze toeslag afgeschaft. Dat is nog niet alles. Naast de afschaffing van de ouderentoeslag wordt de ouderenkorting voor oudere belastingplichtigen met een inkomen tot € 36.200 verlaagd met € 83. Voor inkomens boven die grens zal de korting in 2016 € 70 bedragen.

Let op!
De ouderentoeslag geldt alleen voor belastingplichtigen die de AOW-leeftijd hebben bereikt op 31 december van het jaar van aangifte of bij het einde van de belastingplicht.

Einde (keuze)regeling buitenlandse belastingplichtigen

Tot 1 januari 2015 kon een buitenlandse belastingplichtige kiezen om voor de inkomstenbelasting te worden behandeld als binnenlandse belastingplichtige. Vanaf 1 januari 2015 is er geen keuze meer: iemand kwalificeert wel of niet als buitenlandse belastingplichtige voor de inkomstenbelasting. Kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen zijn in ieder geval inwoners van EU-lidstaten, de Europese Economische Ruimte (EER), Zwitserland of de BES-eilanden die 90% of meer van hun inkomen in Nederland verdienen. Als iemand niet het gehele jaar als binnenlandse belastingplichtige kwalificeert, zou hij geen heffingskorting krijgen in dat jaar. Om dit te voorkomen worden de regels aangepast. De heffingskorting zal voortaan tijdsevenredig worden toegekend voor de periode waarin de belastingplichtige binnenlandse of kwalificerende buitenlandse belastingplichtige is.

Let op!
De tijdsevenredige heffingskorting vraagt ook om een aanpassing van de systemen van de Belastingdienst. Hiervoor is minimaal een jaar nodig. Daarom wordt in 2015 bij wijze van overgang de gehele heffingskorting toegekend aan personen die slechts een deel van het jaar binnenlandse of kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen zijn.

Voorwaarden voor afkoop nettolijfrente

Vanaf 1 januari 2015 is het niet meer mogelijk om pensioen op te bouwen boven de €100.000. Wel mogen werknemers en zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) over hun netto-inkomen zelfstandig bijsparen voor hun oudedagsvoorziening via een nettolijfrente. Aangezien het gespaarde bedrag in box 3 valt, kan men een beroep doen op een vrijstelling in deze box. Het wordt mogelijk zo’n nettolijfrente eerder op te nemen, bijvoorbeeld bij arbeidsongeschiktheid. In het Belastingplan is opgenomen dat in dit geval van (gedeeltelijke) afkoop van de nettolijfrente alsnog een bedrag in box 3 in aanmerking moet worden genomen. Dit bedrag is een forfaitaire benadering van het genoten box 3-voordeel. Hierbij geldt wel een tegenbewijsregeling om te voorkomen dat deze forfaitaire benadering onevenredig ruw uitwerkt.

Let op!
Er komt ook een afzonderlijke vrijstelling in box 3 voor nettopensioenen. Daarbij is zo veel mogelijk aangesloten bij de regels van de Wet op de loonbelasting voor beschikbarepremieregelingen.

Heffingskortingen

2014 (€)

2015 (€)

Algemene heffingskorting maximaal < AOW-leeftijd

2103

2203

Algemene heffingskorting maximaal > AOW-leeftijd

1065

1123

Afbouwpercentage algemene heffingskorting

2%

2,32%

Algemene heffingskorting minimaal < AOW-leeftijd

1366

1342

Algemene heffingskorting minimaal > AOW-leeftijd

692

686

Arbeidskorting max.

2097

2220

Afbouwpercentage arbeidskorting

4%

4%

Arbeidskorting min.

367

184

Werkbonus max.

1119

1119

Inkomensafhankelijke combinatiekorting max.

2133

2152

Alleenstaande ouderkorting max.

2266

Vervallen

Jonggehandicaptenkorting

708

715

Ouderenkorting

1032 / 150

1042 / 152

Alleenstaande ouderenkorting

429

433

Korting groene beleggingen maximum

395

399

OVERIGE MAATREGELEN

Lagere belasting voor duurzaam opgewekte energie

Als een coöperatie (of een vereniging van eigenaren) zelf duurzame elektriciteit opwekt en levert aan haar leden, hebben de leden onder voorwaarden recht op een lager tarief voor de energiebelasting. Deze mogelijkheid staat vanaf 1 januari 2015 ook open voor ondernemers die samenwerken in de vorm van een coöperatie of vereniging van eigenaren.

Let op!
Als één van de ondernemers voor meer dan 20% in de coöperatie deelneemt, wordt zijn aandeel te groot en vervalt het recht op korting.

Bank bevoegd om BSN te controleren

Sinds vorig jaar is de ‘eenbankrekeningmaatregel’ in werking getreden. De Belastingdienst betaalt teruggaven inkomstenbelasting en toeslagen nog maar uit op één bankrekening, die op naam staat van de rechthebbende zelf. Banken worden vanaf komend jaar wettelijk bevoegd om periodiek de juistheid van de geregistreerde gegevens in hun eigen administratie te controleren aan de hand van het BSN van hun rekeninghouders. Dit moet nog meer fraude voorkomen.

Ruimere regeling belastingrente

Als achteraf blijkt dat de heffing (en inning) van belasting strijdig is geweest met het Unierecht en iemand daarom recht krijgt op een belastingteruggave, heeft hij ook recht op rente. Dat heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie bepaald en wordt nu vastgelegd in de wet. Er wordt een passende rentevergoeding geboden door in die situaties invorderingsrente te vergoeden. Die begint te lopen op de dag volgend op de dag waarop de belasting is betaald of op aangifte is voldaan of afgedragen, en eindigt op de dag voorafgaand aan die van de terugbetaling. De maatregel heeft onmiddellijke werking.

Tip!
Ook de dividendbelasting wordt onder de regeling voor belastingrente gebracht. Dat betekent bijvoorbeeld dat de Belastingdienst belastingrente vergoedt als de teruggaafbeschikking niet binnen acht weken na een verzoek hierom wordt vastgesteld.

Herziening belastingstelsel

Naast het Belastingplan 2015 zond de staatssecretaris van Financiën een Kamerbrief met zijn keuzes voor een beter belastingstelsel naar de Tweede Kamer. Hij maakte hierin duidelijk dat het kabinet toe wil naar een hernieuwd belastingstelsel dat de werkgelegenheid en economische groei bevordert. De ambitie is om met een stelselherziening 100.000 banen te creëren door de lasten op arbeid met 15 miljard euro te verlichten. Deze herziening moet het huidige systeem van belastingen en toeslagen ook sterk vereenvoudigen. Specifieke maartregelen die de staatssecretaris nu al noemt en per 2016 in wil voeren zijn het verhogen van de aanslaggrenzen, het gedeeltelijk uit de loonbelasting halen van de dga, het schrappen van de middelingsregeling en het vereenvoudigen van pensioen in eigen beheer. Hij onderzoekt ook of de integratie van WBSO en de RDA haalbaar is en hint op een verlaging van de vennootschapsbelasting.

Aan de redactie van dit document is de uiterste zorg besteed.
Niettemin kan redactie noch uitgever enige aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele onjuistheden of onvolkomenheden. Copyright Licent Academy 2014

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


  •  
Terug naar overzicht